User:RAZER/1.8

From EntropiaPlanets Wiki - Entropia Universe Guides Wiki Info
< User:RAZER
Revision as of 14:24, 15 January 2011 by RAZER (talk | contribs) (Created page with "1.8 Onbeslist ‘Hoe bedoel je, het was niet helemaal juist?!’ , barste Harvir uit, niet in staat zijn verbazing te onderdrukken. Slechts ogenblikken eerder was hij de stra...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)

1.8 Onbeslist


‘Hoe bedoel je, het was niet helemaal juist?!’ , barste Harvir uit, niet in staat zijn verbazing te onderdrukken. Slechts ogenblikken eerder was hij de strategische situatie aan Sundari aan het uitleggen, zodat ze aan het inzetten van de archeologen. Het ging goed totdat hij werd onderbroken door een dringen bericht van de Newton. ‘Zend al uw ontdekkingen direct naar de Cutlass’ werd hem bevolen.


Hij zat een moment afwezig met zijn vingers op de leuning van zijn stoel te trommelen. Wat zou een verandering in ‘het signaal’ voor de vloot betekenen?


‘Comms’, zei hij, om de aandacht van de communicatie officier te trekken. ‘Haal Milton Lee direct hierheen, ik wil dat hij dit ook hoort.’


Enkele minuten gingen voorbij voordat de deur open gleed en Lee de brug op liep.


‘Wat is er zo dringen dat u me direct wilde spreken? Ik was net bezig met belangrijk onderzoek naar de aard van –‘


‘STOP.’ Harvir stak zijn hand op om de professor te onderbreken. ‘Ik ontving net dit bericht van de Newton. Sommige van uw collega’s hebben uw decryptie algoritme gecontroleerd ter ondersteuning van toekomstige vertalingen. Ze hebben het getest tegen uw oorspronkelijke vertaling van het signaal. Ze zeggen dat uw vertaling misschien niet helemaal correct was.. Laten we even luisteren naar hun versie?’ Voordat Lee kon reageren, starte Harvir de opname.


Ik besta als Sal’diresh, laatst overgeblevene ridder van de wereld Arkadia. Onze kans tot overleven is hopeloos. Degenen die overblijven zijn hier in Artalia, het laatste bastion voor hoop en wanhoop op Arkadia. Aan ieder die dit hoort, vragen zij, Help ons.


In het begin kwamen de wezens die zich Ortan noemen, naar onze wereld. Ze zochten geen handel of kennis. Ze zochten roven en doden. We ontmoetten hen boven de hemel. We ontmoetten hen op land. Ze hadden onbeperkte aantallen. Maar onder leiding van de Ridders, met de superieure technologie van Arkadia, hadden de mensen hoop.


Sundari fronsde. Ze hoorde geen verschil, maar toen ze naar Harvir keek zag ze dat hij verstijfd was, met zijn blik in het oneindige. ‘Wat is er Toán?’


‘Ongelimiteerde aantallen hadden ze,’ zie Harvir met een gedempte stem. ‘Niet beperkt. Onbeperkt.’ Zijn ogen draaide langzaamom Sundari aan te kijken. De rest van zijn lichaam bleef stil. ‘Dit veranderd alles.’


‘Dat is niet waar,’ zei Lee met verdachte kalmte. ‘het verandert niets. Als er echt ongelimiteerde aantallen Oratan zijn, hadden we inmiddels wel wat gezien, maar dat hebben we niet.’


‘Hoe hebben we zo’n belangrijk detail kunnen missen? Was je apparaat gewoon niet opgewassen tegen de taak en hebben andere wetenschappers het moeten verbeteren?’ Vroeg Harvir aan Lee, terwijl hij moete had de controle over zichzelf te herwinnen. Sundari was verbaasd; beide mannen hadden de consequenties snel begrepen, maar leken meer bezig de schuldige te achterhalen dan een oplossing te bedenken.


‘Nauwelijks,’ zei Lee schamper. ‘Ik geef toe dat ik het apparaat met enige haast in elkaar heb gezet, maar ik garandeer je dat de vertaling soepel en accuraat verliep…’ Lee’s stem stierf weg, terwijl hij eindelijk de kloof onder zijn voeten opmerkte.


‘JE LIEGT … verdomme je wist het!’ zei Harvir, zijn stem bozer dan Sundari ooit had gehoord. ‘Je wist dat je eerste vertaling niet perfect was! Die kleine verandering kan betekenen dat we veel meer vijandige troepen zullen tegenkomen dan dat we in eerste instantie hadden gedacht. En je zei niets! Je liet ons dit stelsel ingaan wetende dat we een vijand konden tegen komen met veel meer troepen dan wij!’


‘Ik had mijn vermoedens, maar niets concreets! Daarnaast was het risico nog steeds aanvaardbaar gezien wat we er voor terug krijgen.’ Zie Lee, zijn stem werd boos vanwege de beschuldiging. Ondanks zijn harde veroordeling, was hij niet in staat Harvir in de ogen te kijken en in plaats daarvan richte hij zijn opmerkingen aan Sudari, in de hoop voor ondersteuning.


‘Jij kunt niet bepalen welke risico’s aanvaardbaar zijn voor de vloot!’ brulde Harvir. ‘Ik heb genoeg van je, COMMS!’ Haal onmiddellijk de beveiliging naar de brug. Ik wil deze man opgesloten hebben wegens het met opzet in gevaar brengen van de vloot.’


‘Wacht,’ zei Sundari krachtig. Ze had tot op dit punt stil naar de woordenwisseling zitten luisteren. Omdat ze een groot deel van haar leven het gedrag van mensen had bestudeerd, wist ze dat ze nu moest ingrijpen, om de missie niet in gevaar te laten komen. ‘Commandant, u moet begrijpen dat professor Lee iets had gezegd als hij er zeker van was geweest dat er een fout in zijn vertaling zat, al was het maar omdat dan zijn eigen leven in gevaar zou zijn. Maar hij heeft niet zo veel schuld als u doet geloven. Wees dankbaar de wetenschapper aan boord van de Newton die aan het licht gebracht hebben voordat het te laat was.’ Uit haar ooghoeken zag ze Lee grijnzen, maar ze was niet van plan hem er zo gemakkelijk af te laten komen. ‘En jij,’ zei ze, terwijl ze zich tot Lee richtte, ‘moet de ernst van je acties begrijpen. Het zijn mensen leven waarmee je speelde toen je informatie achter hield. Hoeveel ontdekkingen denk je dat je zou kunnen maken als er iemand gedood zou worden? Dit is niet je laboratorium, waar je kunt wachten op bewijs. Als je ook maar vermoed dat er iets mis is moet je dat melden!’


‘Het is te laat om dingen als dit te melden zodra er bloed aan je handen zit,’ zie Harvir. ‘We moeten onze strategie nu helemaal opnieuw bekijken. Als we dit hadden geweten voordat we de aarde verlieten hadden we wellicht helemaal niet gegaan. Ik weet zeker dat de admiraal ziet zoveel burgers had gestuurd met nauwelijks genoeg troepen om hen te beschermen. We moeten misschien zelf de missie afbreken en terug gaan naar de aarde, net de informatie die we tot nu toe hebben verzameld.’


‘Toán, ik begrijp wat je zegt,’ zie Sundari op een zachtere toon. ‘Maar iedereen wist toen ze besloten de vloot te sturen dat er risico’s aan vast zaten. Dat is niet veranderd. We weten dat je je zorgen maakt over onze bescherming en daar zijn we je dankbaar voor. Maar Milton heeft gelijk, we hebben nog nergens een spoor van de Oratan gezien, dus het is mogelijk dat ze niet de aantallen hebben die het signaal doet vermoeden. Onze aanpak is altijd voorzichtig geweest en met deze nieuwe informatie kunnen we sneller reageren mocht een grote bedreiging zich voordoen. We hoeven zeker niet terug te keren,’ zie Sundari.


‘Ik geef toe dat we dat misschien niet moeten doen.’ Zie Harvir, die wat ontspande toen hij de waarheid inzag van wat ze zei. ‘Nu moeten we onze troepen één uur van te voren klaar gaan maken voor vertrek,’zei Harvir. Hij ging verder voordat de andere vragen konden stellen. ‘Ik weet dat jullie beide veel vragen hebben, maar er is veel dat we moeten afwegen. Dit is niet een beslissing die ik ga haasten.’ ‘Kom mee,’ zie Sundari, terwijl ze zijn mouw pakte en hem van de brug af sleepte. Ze keek naar Harvir en gaf hem een zelfverzekerde glimlach. ‘Ik weet zeker dat de commandant ons zal inlichten over zijn beslissing,’ voegde ze toen, toen Lee zijn mond opende om te spreken.


Toen Harvir de deur van de brug achter Sundari en Lee zag sluiten, zuchtte hij diep. Hij moest goed nadenken en alle consequentie overwegen, zonder onderbrekingen. Zijn gedachten bleven ronddraaien. ‘Comms, ik ga wat rusten, ik ben in mijn hut, als er iets veranderd laat me dit dan direct weten.’


Zeven uur later zat Harvir weer in zijn stoel. De crew op de brug keken heimelijk naar hem uit hun ooghoeken. Hij zag het niet omdat zijn aandacht uit ging naar één simpel probleem. Hoe kon één woord zo’n groot verschil zijn? Wat voorheen een gemakkelijk beslissing was geweest was nu een moeilijke. Hij keek naar de kapitein van de Cutlass. ‘Kapitein, hebben de laatste scans nog iets nieuwe ontdekt op de oppervlakte van de planeet?’ vroeg hij.


‘Nee meneer. Omstandigheden zijn onveranderd. De troepen hebben nog steeds een uur nodig om te kunnen vertrekken.’


Er was een pauze toen Harvir een laatste keer diep ademde.


‘Lanceer de landingsschepen, kapitein. Ik denk dat het tijd is dat we zelf eens een kijkje gaan nemen op de planeet.’